Alle woningen in Vlaanderen die niet aan de minimale kwaliteitsnormen voor basiscomfort, veiligheid en gezondheid voldoen kunnen ongeschikt of onbewoonbaar verklaard worden.
Indien uw huurwoning niet voldoet aan de veiligheid-, gezondheids- en kwaliteitsvereisten kan u de gemeente verzoeken de procedure tot ongeschikt- en onbewoonbaarheid op te starten. De burgemeester beslist om een woning ongeschikt en/of onbewoonbaar te verklaren.
Wanneer een aanvraag voor een woningcontrole wordt ingediend, gaat een onderzoeker aan de hand van een technisch verslag na of de woning al dan niet voldoet aan de elementaire vereisten. Een gebrek wordt gequoteerd met strafpunten op basis van de aard en de ernst van de situatie. Als een woning 15 of meer strafpunten telt kan de burgemeester beslissen om de woning ongeschikt te verklaren. Bij het vaststellen van een ernstig veiligheids- of gezondheidsrisico kan de woning onbewoonbaar verklaard worden en moet de bewoning onmiddellijk beëindigd worden.
Als eigenaar van een ongeschikte of onbewoonbare woning is het de bedoeling dat u uw woning zo snel mogelijk terug in orde brengt. Elke woning die door de burgemeester ongeschikt en/of onbewoonbaar is verklaard, wordt opgenomen op een Vlaamse inventaris. Als de woning echter na een jaar nog steeds op de inventaris staat, zult u als eigenaar een heffing moeten betalen, tenzij de inventarisbeheerder u een vrijstelling of schorsing heeft toegekend.
Het verder verhuren van een ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woning is strafbaar. De verhuurder kan gestraft worden met een geldboete tot zelfs een gevangenisstraf.